De gewone of grote bombardeerkever (Brachinus crepitans) is een kever uit de familie loopkevers (Carabidae). Deze kever heeft een typisch uiterlijk; een blauwgroene achterzijde (dekschilden) en een rode voorzijde (kop en borststuk). Ook de antennes en poten zijn rood, de kraal-achtige ogen zijn zwart en steken af tegen de rode kop. De dekschilden zijn sterk in de lengte gegroefd. De maximale lengte is ongeveer 7 tot 10 millimeter.
De bombardeerkever dankt zijn naam aan zijn zeer goed ontwikkelde vorm van verdediging. Een groot aantal insecten scheidt bij verstoring smerige stoffen uit, maar de bombardeerkever spant de kroon. De kever heeft een ware explosiekamer in zijn achterlijf, waarin stoffen liggen opgeslagen (
hydrochinonen). Als de kever geïrriteerd raakt, laat deze
waterstofperoxide in de kamer vloeien en reageren de stoffen wat een serie plofjes tot gevolg heeft, waarbij chinonverbindingen ontstaan en ook gas vrijkomt. Het naar
jodium-ruikende stinkende en corrosieve sekreet wordt door de gasvorming naar buiten gespoten, en heeft door de chemische reactie een temperatuur gekregen van rond de 100 graden
Celsius(!). Ook heeft de kever een soort 'spuitkop' aan zijn achterlijf om te richten, wat iedere mogelijke aanvaller, zoals een
mier of andere kever, doet afschrikken.